Wat zijn de alternatieven voor de staatsbon?

7 minuten lezen

Laureline Bragard ✍️

Laureline Bragard ✍️

Vastgoedexperte in Brussel

Waar moet je de inkomsten van de Staatsbon in (her)investeren om er het meest uit te halen? Ontdek hier ons kort overzicht!

Bankinvesteringen als alternatief voor de Staatsbon

De meest gebruikelijke optie voor het herinvesteren van geld dat belegd is in Staatsbons is een bankbelegging. Het geld kan op een rekening gestort worden, met of zonder vaste vervaldatum, om het te laten groeien.

Spaarrekening

Een spaarrekening is een bankproduct waarmee je geld kunt beleggen met een hogere rente dan op een traditionele lopende rekening. De rente kan variëren afhankelijk van de bank en de marktomstandigheden.

Rendementen:

Gemiddeld, tot 3% afhankelijk van de bank → Tot €300 voor €10.000 geïnvesteerd.

Voordelen:

  • Makkelijk toegankelijk

  • Flexibiliteit

  • Onmiddellijke liquiditeit

  • Belastingvoordelen voor bepaalde rekeningen

Nadelen:

  • Rentetarieven zijn vaak laag en variabel

  • Banken reageren traag op veranderingen in ECB-tarieven

Termijnrekeningen

Termijnrekeningen werken op dezelfde manier als spaarrekeningen, maar het geld wordt voor een bepaalde periode geblokkeerd in ruil voor een gegarandeerde rente.

Rendementen:

Laag tot gemiddeld: van 2,24% tot 2,275% → Tussen €224 en €228 voor €10.000 geïnvesteerd.

Voordelen:

  • Rendement vooraf bekend

  • Hoge mate van veiligheid

Nadelen:

  • Geld wordt bevroren tot de vervaldatum

  • Boetes bij vroegtijdige opname

Schuldinstrumenten

Een alternatieve manier om je geld te beleggen is via schuldinstrumenten zoals kasbons, staatsbons, obligaties, schuldbrieven. De emittent van deze uitgiftes is bepalend voor een verschil in risico en rendement.

Staatsobligaties

Een staatsobligatie is een schuldbewijs dat door de overheid wordt uitgegeven om haar uitgaven te financieren. Beleggers lenen geld aan de overheid en ontvangen er rente voor terug.

Rendementen:

Laag tot gemiddeld: 2,24% netto → €224 voor €10.000 geïnvesteerd.

Voordelen:

  • Zeer veilige investering

  • Vast rendement

Nadelen:

  • Beperkte liquiditeit tot de vervaldatum

  • Rente vaak lager dan andere beleggingen

Kasbons

Kasbons zijn vergelijkbaar met staatsobligaties, maar worden uitgegeven door banken.

Rendementen:

Laag tot gemiddeld: 2,31% netto → €231 voor €10.000 geïnvesteerd

Voordelen:

  • Vast rendement, vaak hoger

  • Veiligheid

Nadelen:

  • Beperkte liquiditeit

  • Totaal bedrag aan inschrijvingen vaak beperkt door de emittent

Obligaties

Obligaties zijn schuldpapieren, vergelijkbaar met staatsobligaties en spaarobligaties, maar worden meestal uitgegeven door bedrijven om fondsen te werven.

Rendementen:

Gemiddeld tot hoog: 2,24 tot 3,2% → Tussen €224 en €320 afhankelijk van het bedrijf voor €10.000 geïnvesteerd.

Voordelen:

  • Potentieel hoger rendement

  • Verschillende opties afhankelijk van de emittent


Nadelen:

  • Marktrisico

  • Makelaarskosten

  • Variabele liquiditeit

Verzekeringsproducten

Een derde optie om je geld te beleggen na staatsobligaties is je wenden tot verzekeringsproducten, de beroemde tak 21 en 23. Het verschil tussen de twee ligt in het potentiële risico voor de belegger: terwijl het kapitaal gegarandeerd is bij tak 21, biedt tak 23 risicovollere maar winstgevendere beleggingen.

Tak 21 levensverzekeringen

Tak 21 verzekeringsproducten investeren voornamelijk in obligaties en andere veilige beleggingen. Het kapitaal is gegarandeerd.

Rendementen:

Laag tot gemiddeld: 2 tot 2,25% → Tussen €200 en €225 per €10.000 geïnvesteerd.

Voordelen:

  • Zekerheid van kapitaal

  • Stabiliteit van het rendement

Nadelen:

  • Over het algemeen lage rendementen

  • Beheerkosten

Tak 23 levensverzekeringen

Deze producten zijn gekoppeld aan beleggingsfondsen, waarbij het rendement afhankelijk is van de prestaties van de financiële markten.

Rendementen:

Variabel (potentieel hoog); tot 6,6% → Tot €660 voor €10.000 geïnvesteerd.

Voordelen:

  • Hoog rendementspotentieel

  • Diversificatie van beleggingen

Nadelen:

  • Risico op kapitaalverlies

  • Beheerkosten

Hoe zit het met vastgoed?

We trappen een open deur in als we stellen dat investeren in vastgoed (ook wel onroerende goederen genoemd) een andere prima optie is om je geld te laten renderen. Het biedt stabiele, veilige en relatief hoge rendementen in vergelijking met de hierboven genoemde bank- of verzekeringsbeleggingen.

Waarom investeren in onroerend goederen?

  • Omwille van de stabiliteit van vastgoed

Recente crisissen hebben de volatiliteit van de financiële markten aangetoond. Dit staat in schril contrast met de opmerkelijke stabiliteit van Belgisch vastgoed. In tijden van crisis, zoals in 2008 en onlangs met de Covid-19 pandemie, heeft Belgisch vastgoed een opmerkelijke veerkracht getoond, versterkt door de jaarlijkse indexering van de huurprijzen.

  • Constante vraag

Huisvesting is een fundamentele behoefte en de Belgische bevolking blijft groeien. Volgens een studie van Comeos zullen er tegen 2030 mar liefst 470.000 extra wooneenheden nodig zijn in België. 

  • Het dubbele rendement van vastgoed

Voor een woning wordt dit in twee fasen berekend: het maandelijkse huurrendement en de meerwaarde bij herverkoop. De combinatie van deze twee rendementen kan vaak beter presteren dan andere financiële investeringen.

  • De lage belastingsgraad van vastgoed

In tegenstelling tot andere beleggingsproducten wordt onroerend goed niet belast op de inkomsten die het genereert. Er is geen belasting op huurinkomsten: de huur die je ontvangt is niet onderworpen aan de 30% roerende voorheffing.

  • Als indekking tegen inflatie

Vastgoed is het enige product dat in waarde stijgt met de inflatie. In periodes van inflatie stijgen de vastgoedprijzen, waardoor de koopkracht van beleggers wordt beschermd. De huurprijzen kunnen ook worden verhoogd, zodat de huurinkomsten hun reële marktwaarde behouden. 

Zijn er dan geen nadelen? 

  • Hoog aanvangskapitaal. 

Investeren in vastgoed vereist een hoger aanvangskapitaal dan andere financiële producten.

  • Belastingen bij aankoop. 

Er zijn verschillende belastingen en kosten verbonden aan de aankoop van vastgoed, wat de totale kosten van de investering kan verhogen.

  • Liquiditeit. 

In tegenstelling tot aandelen of fondsen kan het enkele maanden duren om een eigendom te verkopen. De moeilijkheid om een eigendom snel om te zetten in contanten kan een probleem vormen in het geval van een dringende behoefte aan cashflow. 

Vastgoed biedt ook bepaalde opportuniteiten

  • Hefboomwerking.

Dit principe houdt in dat de belegger een hoger rendement behaalt door schulden aan te gaan. Door bijvoorbeeld een hypotheek te nemen, kan de investeerder vastgoed met een hogere waarde kopen met het geleende geld, terwijl de winstgevendheid verhoogt.

Stel je een nieuwbouwflat voor die €250.000 (incl. btw) kost en die je volledig met eigen middelen financiert. We gaan uit van een netto jaarlijkse huur van €8.000, wat een rendement van 3,2% oplevert.

Als je €100.000 leent tegen een rente van 2%, moet je €3.000 aan rente* aan de bank betalen. De resterende €5.000 is je rendement op een persoonlijke investering van €150.000. Je oorspronkelijke rendement van 3,2% stijgt naar 3,33%. 

Stel dat je €200.000 leent, en je ontvangt nog steeds de huur van €8.000, met €6.000 aan bankrente. Dit geeft je een rendement van €2.000 voor elke €50.000 geïnvesteerd, of een rendement op geïnvesteerd vermogen van 4%. De rest van je spaargeld kun je dan investeren in andere activa of onroerend goed om je investeringen te maximaliseren.

Met andere woorden, hoe minder eigen vermogen je investeert, hoe hoger het rendement op je geïnvesteerde kapitaal.

  • Herhypothekeerbare waarde

Binnen je activa, is onroerend goed uniek: je kunt je eerdere investeringen gebruiken om toekomstige investeringen te financieren. De bank kan een lening verstrekken op basis van de waarde en het kapitaal dat al is afgeschreven op het onroerend goed dat je bezit. Deze activa kunnen worden gebruikt als onderpand om extra krediet op te nemen, waardoor het gemakkelijker wordt om toekomstige aankopen te financieren. Hierdoor creëer je als het ware een sneeuwbaleffect. Investeerders kunnen zo hun investeringen exponentieel vermenigvuldigen, zonder dat ze per se over grote hoeveelheden eigen vermogen hoeven te beschikken.

Laten we onze flat nemen van €200.000 (exclusief belastingen), voor een totale kostprijs van €250.000. De huur voor een dergelijke eenheid ligt rond €800/maand, wat een direct rendement (maandelijks ontvangen huur) van 3,85% zou geven. Hieraan kan een indirect rendement (gekoppeld aan de waardestijging van het onroerend goed) van 3,5% worden toegevoegd, wat een cumulatief rendement geeft van 7,35%. Met een jaarlijkse inflatie van ongeveer 2% kunnen we het netto gecombineerd rendement op 5,35% schatten.

Om deze cijfers te verkrijgen, moet rekening worden gehouden met de volgende gegevens:

De jaarlijkse indexering van de huurprijzen, waardoor de huur na 5 jaar bijvoorbeeld €885/maand bedraagt en na 10 jaar €975.

De waardestijging van de woning, die aan het eind van 5 jaar een negatieve delta van -€12.465 oplevert (aangezien deze waardestijging niet hoger is dan de kosten en belastingen die de investeerder heeft moeten uitgeven om de woning te kopen), maar die aan het eind van 10 jaar een positieve delta van €32.120 oplevert. Samen geven deze twee cijfers een cumulatieve winst van €37.577 na 5 jaar en €137.432 na 10 jaar, wat een gecombineerd rendement geeft van 5,35%.

Vastgoed als alternatief voor staatsobligaties: wat heb ik eraan?

Als we beleggen in vastgoed vergelijken met de andere bovengenoemde investeringen, komen we tot de volgende conclusies: 

  • Investeren in vastgoed vereist (veel) meer middelen dan het minimum dat in een staatsobligatie moet worden geïnvesteerd, tenzij je al één of meer panden bezit, die dan als onderpand voor de bank kunnen worden gebruikt.

  • Onroerend goed is een langetermijnbelegging; op korte termijn (minder dan 3 jaar) worden de aankoopkosten niet gedekt door de verhuringen en de waardestijging van het onroerend goed en loop je het risico geld te verliezen bij herverkoop.

  • Aan de andere kant, als je het directe en indirecte rendement bij elkaar optelt, kan het rendement van vastgoed gemakkelijk hetzelfde niveau bereiken als dat van obligaties of beleggingen in tak 23, terwijl het veel meer zekerheid en stabiliteit biedt. 

Nog vragen? De We Invest beleggingsexperts helpen je graag verder. Ons advies is gratis en vrijblijvend.

Contacteer ons

Verder lezen?